Geschiedenis van het Vondelpark

Pre Vondelpark

Rond 1860 was de buitengrens van Amsterdam het Leidsebosje. Iets verder was de Leidsepoort, en buiten de stad liepen het eeuwenoude Zandpad en Schapenburgerpad de polder in. De Overtoom was een belangrijk scheepvaartkanaal, en er was veel industrie en nijverheid langs gevestigd.

Amsterdam beleefde die tijd grote druk van de stadsuitbreiding. Veel lustoorden, plantsoenen en aangename wandelplekken verdwenen door deze druk. Het meest bekend in die tijd was de Plantage, een groot groengebied met veel horeca, en werd druk bezocht. De Plantage verviel in particuliere handen, waaronder Artis Natura Magistra die kooien met dieren in hun tuin plaatste.


Een laan, ca 1870

In tegenstelling tot andere Europese steden die juist veel investeerden in parkgroen, werd Amsterdam steeds natuur-armer: nog steeds vind je zeer weinig groen binnen de grachtengordel. Voor veel Amsterdammers met invloed was dit een doorn in het oog. Sarphati was een van hen. Hij bouwde het Paleis voor Volksvlijt, dat jarenlang het belangrijkste ontspannings- en cultuurcentrum van de stad was.

Een ander was Christiaan Pieter van Eeghen (1816-1889), koopman en president van de Nederlandsche Bank. Hij trok zich het lot van de werkende klasse aan, en verrichte al veel filantropisch werk met bijvoorbeeld het opknappen van arbeiderswoningen in de Jordaan. In navolging op wat in de andere Europese steden gebeurde, maakte hij een plan voor de aanleg van een openbaar rij- en wandelpark.


Waterpartij, ca 1870

De eerste plannen werden door het gemeentebestuur afgewezen omdat het te kostbaar zou zijn, maar langzamerhand groeide het besef dat de snel uitdijende stad onleefbaar zou worden zonder park. In 1864 werd door de burgemeester een parkcommissie ingesteld die geld zou gaan werven voor de eerste opzet. Al meteen stroomde het geld binnen en kort daarop presenteerden vader en zoon Zocher de eerste ontwerpen. Van inspraak op de plannen was trouwens toen helemaal geen sprake; het bestuur werd bestond uit een regentencommissie, samengesteld uit de gegoede burgerij. Een normale gang van zaken in die tijd.

Uiteindelijk werd het benodigde geld bijeengebracht door veel grond te kopen, een gedeelte daarvan bouwrijp te maken en als bouwgrond weer te verkopen, en de rest van de grond te bestemmen voor het park. Een soort van grondspeculatie dus. Wijken die hierdoor zijn ontstaan zijn de omgeving van de Vondelstraat, P.C. Hooftstraat en het Willemspark. De beroemde architect Pieter Cuypers heeft de eerste twee straten bebouwd.


Muziektent, rond 1900

Een historische fout is dat het gedeelte van de grond wat bestemd was voor het park niet bouwrijp gemaakt werd. Daarom is de veengrond in het park nog steeds aan het zakken, en is het nu aanzienlijk lager dan de omliggende stad.

Uiteindelijk werd het eerste gedeelte van het rij- en wandelpark in 1865 voltooid (10 ha), en het laatste gedeelte in 1877 (47 ha).

Het park was nog geenszins een volkspark. De burgers van Amsterdam waren gewoonweg te arm om een middagje te kunnen wandelen. Het park was in handen van een particulier bestuur: het op 14 april 1864 opgerichte Vereeniging tot Aanleg van een Rij- en Wandelpark, lidmaatschap alleen op uitnodiging.

In 1867 werd het beeld van Joost van den Vondel in het park geplaatst, en vanaf die tijd heette het park Vondelspark, en later officieel geregistreerd als Vondelpark.


Beeld van Vondel, ca 1870

Hoewel de Vereniging financieel behoorlijk geprofiteerd had van de grondspeculaties, werd de verdere financiering een steeds groter probleem. De contributies werden steeds minder, en de pacht van het Paviljoen, Festina, Melkhuis en de Muziektent, de precarios van omliggende gebouwen brachten te weinig op.

Uiteindelijk wordt het Vondelpark in 1953 voor het bedrag van 1 gulden aan de gemeente Amsterdam verkocht, op voorwaarde dat het zijn bestemming zal houden, de muziekuitvoeringen worden gecontinueerd, fietsers (behalve op zondagmiddag) en ruiters het park mogen blijven gebruiken, honden los mogen lopen, en er geen politieke redevoeringen en collecten zullen worden gehouden.
Door het geldgebrek van de Vereniging was het park al aardig in onderhoud achtergebleven, de gevolgen ervan zijn de tot op heden grootschalige onderhoudswerkzaamheden in het Vondelpark.


Categorie: 2007 | Geschiedenis | Zocher